20.b

"Wij als drieling zijn allemaal een, in totaal drie en nu twee. Maar hoe wist die dat," zei Anne-Elle. "Slim opgemerkt, maar ik denk dat hij jullie niet bedoelt," zei Wouter. Hups zei: "Laten we langs de rivier gaan kijken waar iets ons geholpen heeft!" "En dan kijken of de beschrijving klopt," vulde Doorntje aan. En dat deden ze. Maar ze konden het niet vinden. Ze gingen overnachten(ook al was het nog dag) nadat ze via de boom waren overgestoken. Opeens zei Anne-Elle: "De boom, de boom!" "Wat is er?" "De boom is het! Ik weet het zeker!" De boom had hen geholpen bij het oversteken. En het is één boom, had drie takken en er is er een afgezaagd, dus zijn er nu twee takken. En ja hoor, in het gat in de boom zat de sleutel van de schat. "Jippie! We hebben hem! Maak de schatkist eens open!" "Wauw, echt veel geld! Kom we gaan slapen dan zijn we morgen lekker fit, en kunnen we dat eind in een ochtendje lopen!" En dat deden ze.