5.b

Pupsje had het gesprek afgeluisterd bij de deur. Toen kwam hij binnen en zei: "Zal ik een verhaal vertellen?" Hij wist dat Mupsje dol op verhalen was. "Er was eens een Rupsje en die heet Pupsje het Rupsje en had een zusje en broertje Mupsje het Rupsje en Dupsje het Rupsje. Het was een drieling en ze werden op een dag vijf jaar…" Dit verhaal vond ze NIET leuk.

5.a De eerste kwajongensstreek.

De drieling is vijf jaar geworden. Pupsje haalde een emmer met water (die emmer had hij voor zijn verjaardag gekregen) en zette die op de kamerdeur. Toen kwam Mupsje en deed de deur helemaal open. Toen viel het water op haar hoofd. Ze ging naar Mups en toen zei ze: "Pupsje heeft mij in ijsijsijsijsIJSkoud water geduwd, mama! Echt ijsijsijsijsIJSkoud water, hoor, echt waar, heus!"

4.c

Een jaar later dan hun trouwdag kregen ze drie kindjes: Pupsje het Rupsje, Mupsje het Rupsje en Dupsje het Rupsje. Pupsje is een kwajongen, Mupsje is een braaf kind en Dupsje hield van prutsen, frutselen en knutselen.

4.b

Een weekje later ging Hups met Mups trouwen. Het was een prachtig bruidspaar!

4.a Hoe Hups trouwde en kindjes kreeg

Wouter en Liesinnetje wandelden door het bos. Op dat moment kwam er een das aanlopen: "Hallo! Ik heet Bas de Das, komen jullie vanavond op het dierenfeest? Dan mag je ook vrienden meenemen. Dassenholstraat nummer 24. Tot dan!" "Leuk, we komen," zei Wouter de Kabouter. "Dag, tot ziens," zei Liesinnetje.

3.c

Ze gingen naar "Het Boeltje" om warm te worden, vooral Kees! Het werd nog een fijne dag!

3.b

Toen kwamen Raapje en Mapin. Mapin ging aan Jaap hangen en Raapje aan Mapin. Toen ging Kees met zijn vleugeltjes naar de handen van Raapje. En het lukte!